Oorzaak en verschijnselen

De oorzaak van het afsterven van de zenuwcellen en de verminderde dopamineproductie is onbekend. Hoewel de ziekte in sommige families vaker voorkomt, is de rol van erfelijke factoren nog niet precies bekend.

Soms ontstaan er Parkinson-achtige verschijnselen door oorzaken van buiten af. Bijvoorbeeld door medicijnen die de werking van dopamine in de hersenen verstoren of remmen. Bij sommige medicijnen die nodig zijn om psychische klachten te behandelen (anti psychotica) kan er stijfheid en traagheid optreden.

Verschijnselen

De ziekte van Parkinson kenmerkt zich door een langzaam toenemende verstoring van houding en beweging. Kenmerkende symptomen zijn beven (tremor), een moeizame start van bewegingen, verminderd vermogen tot bewegen en spierstijfheid.

Trillen (tremor)

De ziekte kan sluipend beginnen. Bijvoorbeeld met het trillen van één hand terwijl u niets doet. Het trillen is ritmisch van aard en kan lijken op geld tellen of pillen draaien. Het trillen neemt af als u uw hand doelbewust beweegt en verdwijnt in de slaap helemaal. Emoties, aandacht en spanningen verergeren het trillen. Geleidelijk kan het trillen uitbreiden naar uw andere hand, uw armen, benen en soms zelfs naar uw kaak, tong, voorhoofd en oogleden.

Moeizame start van bewegingen, bewegingsarmoede, spierstijfheid

Ook veranderingen in de motoriek ontstaan geleidelijk. Deze veranderingen kenmerken zich door het trager worden van de bewegingen en het moeilijk in gang zetten en stoppen van een beweging. U moet nadenken bij de beweging die u wilt uitvoeren en kunt de beweging niet lang volhouden. Uw spieren worden stijver.

Een van de eerste verschijnselen is het verminderd meebewegen van één of beide armen bij het lopen. Later kan het lopen schuifelend en met kleine pasjes zijn. De lichaamshouding kan scheef of voorovergebogen zijn. Uw evenwicht kan hierdoor makkelijk verstoord raken waardoor u gemakkelijker kunt vallen.

Omdat de kleine spieren in uw handen vaak zijn aangedaan, worden handelingen als het dichtknopen van een overhemd en strikken van schoenveters steeds moeilijker.

Uw gezicht verliest uitdrukking doordat de gezichtspieren die uw mimiek verzorgen, minder bewegelijk zijn (maskergelaat). Het slikken gaat niet meer vanzelfsprekend waardoor u het speeksel moeilijker wegslikt en er hinderlijke speekselvloed ontstaat. Ook de kans op verslikken neemt hierdoor toe. Doordat u minder knipperbewegingen met uw ogen maakt, kunt u last krijgen van droge ogen. Verder kunt u onduidelijk en met een zachte, monotone stem gaan spreken.

Psychologische veranderingen

Ook in het psychische functioneren kunnen veranderingen optreden. Deze veranderingen kunnen ontstaan als gevolg van de ziekte, maar ook door het gebruik van bepaalde medicijnen. De veranderingen kunnen zich voordoen op het gebied van denkvermogen, stemming, emotie en gedrag en kunnen leiden tot problemen in het dagelijks leven. Een aantal voorbeelden zijn:

  • verminderd ziekte-inzicht;
  • moeite hebben met plannen en ordenen;
  • geheugenproblemen;
  • prikkelbaarheid;
  • angstig, agressief en ongeremd gedrag.

Bij 40% van de patiënten treedt in het verloop van de ziekte een depressie op. Doordat de aard en ernst van de veranderingen per persoon verschillen, zijn ook de problemen die erdoor ontstaan zeer uiteenlopend.

Uitgebreide informatie over de psychologische veranderingen bij de ziekte van Parkinson en het omgaan met die veranderingen, vindt u via de brochure die u onder aan deze pagina kunt downloaden.

Andere verschijnselen

Andere verschijnselen die kunnen optreden zijn:

  • verminderde reuk
  • problemen met het doorslapen
  • overmatige transpiratie
  • lage bloeddruk bij het opstaan pijnklachten
  • plasproblemen
  • moeilijke stoelgang